De gemeente, vaak in samenwerking met justitie, onderzoekt regelmatig of coffeeshops aan de gedoogvoorwaarden voldoen. Ook de belastingdienst helpt vaak een handje mee. Indien doorgangen met andere horecagelegenheden worden aangetroffen of voorraden softdrugs worden aangetroffen die groter zijn dan de toegestane hoeveelheid is intrekking van de vergunning een reële sanctie. Indien klanten aanwezig zijn zonder identificatie of indien ze jonger zijn dan 18 jaar zijn de poppen ook aan het dansen. In de toekomst zal tevens controle op de uittreksels uit de gemeentelijke basisadministraties plaats gaan vinden.
Kunnen deze instanties dat zomaar? En hoe zit het met de bewijslast?
Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan kunnen sancties worden opgelegd. Deze sancties dienen echter wel in verhouding tot het gepleegde delict te staan. Ze mogen niet buiten proportioneel zijn.
Zonder huiszoekingsbevel of machtiging tot binnentreden is het niet verplicht om niet openbare ruimten open te stellen voor justitie of de belastingdienst. Bij twijfel is het verstandig om niet toe te staan dat deze ruimten worden binnengetreden. Overleg met een deskundige is dan raadzaam.
Als uitgangspunt geldt dat de gemeente moet bewijzen dat de coffeeshophouder in overtreding is. De coffeeshophouder dient vervolgens deze bewijzen te ontzenuwen. Vervolgens dient de sanctie in verhouding te staan tot het gepleegde delict.
Tijdens een recentelijk door mij gevoerde voorlopige voorzieningenprocedure voor de rechtbank tegen een gemeente in het zuidwesten van het land stond ook de onvoorwaardelijke intrekking van de vergunning ter discussie.
De politie had in samenwerking met de belastingdienst enkele overtredingen geconstateerd. De voorraad was substantieel hoger en er was een open verbinding met een ander horecabedrijf waar alcohol werd geschonken.
De rechter heeft ons in het gelijk gesteld en de intrekking van de exploitatievergunning van de coffeeshop diende met onmiddellijke ingang opgeheven te worden.
Een uitkomst van een voorlopige voorziening is belangrijk omdat vervolgens de gemeente moet afwachten hoe in de bodemprocedure, die tot aan de Raad van State kan duren, wordt beslist. Dat kan vele jaren duren. Al die tijd blijft de coffeeshop open indien de voorlopige voorzieningenprocedure wordt gewonnen. Dat is niet in het voordeel van de gemeente.
De conclusie is dan ook dat de gemeente niet zo maar de vergunning kan intrekken. Justitie of de belastingdienst mag niet zo maar ruimten binnentreden. Een sanctie mag niet buitenproportioneel zijn. Het aanwezige bewijsmateriaal zal uiteindelijk de doorslag geven tijdens een procedure. Deskundige hulp is echter wel noodzakelijk.